Vier teksten

Elk boekje bestaat uit vier leesteksten.

  1. Een thematekst: De tekst sluit aan bij het thema van het katern en indien mogelijk bij de Cruciale Praktijksituaties uit het inburgeringsexamen. 
  2. Een thematekst: De tekst is geïnspireerd op de KNS-eindtermen. 
  3. Een ‘Kennis van de wereld-tekst’: de tekst behandelt een aspect van het thema vanuit een wat breder perspectief. 
  4. Een fictietekst: een verhaal of een gedicht.

Oefeningen

Op elke tekst wordt het VUT-model toegepast. Eerst is er een korte vooroefening. Deze staan onder de kop ‘Dit eerst’. Het doel van deze oefening is het activeren van de voorkennis over het onderwerp van de tekst. Dan volgen de vragen bij de tekst. Dit zijn vaak meerkeuzevragen en soms open vragen. Op de tegenoverliggende pagina staat de tekst.
Onder de kop ‘Taken’ staan vervolgens één of meer oefeningen technisch lezen. Het kan gaan om tempolezen, moeilijke woorden of moeilijke klanken lezen, woordenboekgebruik, legenda lezen, etc.
De oefening ‘En u?’ is een korte oefening die als doel heeft een relatie te leggen tussen de tekst en het leven van de cursist. Deze oefeningen worden vaak buiten de school uitgevoerd en kunnen een bewijs voor het portfolio opleveren.
In ‘Terugkijken’ volgt een korte evaluatie. Per tekst zijn 10 tot 15 woorden geselecteerd. Deze woorden worden in de woordenschatoefeningen geoefend. De geselecteerde woorden komen voor in het Leerwoordenboek Nederlands (Gathier & De Kruyf, 2005). Aan het Leerwoordenboek hebben we een beperkte lijst woorden toegevoegd.
Het onderdeel ‘Woorden woorden woorden’ bestaat uit woordenschatoefeningen bij de geselecteerde woorden uit het boekje. De woorden van de vier teksten worden door elkaar aangeboden. De woordenschatoefeningen kunnen dus het beste gedaan worden na het afronden van de vier teksten.
Alle woorden worden ten minste één en soms twee keer geoefend. In de andere boekjes van hetzelfde thema worden veel van de woorden herhaald. Het verdient daarom de voorkeur om meerdere boekjes van hetzelfde thema na elkaar aan te bieden. Dat kan in willekeurige volgorde.
Melkweg is ontwikkeld voor zelfstandig werken. Na een introductie kan de cursist in principe zonder hulp met het materiaal aan de slag. Veel oefeningen lenen zich echter ook uitstekend voor groepswerk. Zie voor suggesties ‘werken met de boekjes’.